1. Alexander Kristoff
2. John Degenkolb
3. Oliver Naesen
Jaar | ![]() |
![]() |
![]() |
---|---|---|---|
2019 |
![]() |
![]() |
![]() |
2018 |
![]() |
![]() |
![]() |
2017 |
![]() |
![]() |
![]() |
2016 |
![]() |
![]() |
![]() |
2015 |
![]() |
![]() |
![]() |
2014 |
![]() |
![]() |
![]() |
2013 |
![]() |
![]() |
![]() |
2012 |
![]() |
![]() |
![]() |
2011 |
![]() |
![]() |
![]() |
2010 |
![]() |
![]() |
![]() |
2009 |
![]() |
![]() |
![]() |
2008 |
![]() |
![]() |
![]() |
2007 |
![]() |
![]() |
![]() |
2006 |
![]() |
![]() |
![]() |
2005 |
![]() |
![]() |
![]() |
2004 |
![]() |
![]() |
![]() |
2003 |
![]() |
![]() |
![]() |
2002 |
![]() |
![]() |
![]() |
2001 |
![]() |
![]() |
![]() |
2000 |
![]() |
![]() |
![]() |
1999 |
![]() |
![]() |
![]() |
1998 |
![]() |
![]() |
![]() |
1997 |
![]() |
![]() |
![]() |
1996 |
![]() |
![]() |
![]() |
1995 |
![]() |
![]() |
![]() |
1994 |
![]() |
![]() |
![]() |
1993 |
![]() |
![]() |
![]() |
1992 |
![]() |
![]() |
![]() |
1991 |
![]() |
![]() |
![]() |
1990 |
![]() |
![]() |
![]() |
1989 |
![]() |
![]() |
![]() |
1988 |
![]() |
![]() |
![]() |
1987 |
![]() |
![]() |
![]() |
1986 |
![]() |
![]() |
![]() |
1985 |
![]() |
![]() |
![]() |
1984 |
![]() |
![]() |
![]() |
1983 |
![]() |
![]() |
![]() |
1982 |
![]() |
![]() |
![]() |
1981 |
![]() |
![]() |
![]() |
1980 |
![]() |
![]() |
![]() |
1979 |
![]() |
![]() |
![]() |
1978 |
![]() |
![]() |
![]() |
1977 |
![]() |
![]() |
![]() |
1976 |
![]() |
![]() |
![]() |
1975 |
![]() |
![]() |
![]() |
1974 |
![]() |
![]() |
![]() |
1973 |
![]() |
![]() |
![]() |
1972 |
![]() |
![]() |
![]() |
1971 |
![]() |
![]() |
![]() |
1970 |
![]() |
![]() |
![]() |
1969 |
![]() |
![]() |
![]() |
1968 |
![]() |
![]() |
![]() |
1967 |
![]() |
![]() |
![]() |
1966 |
![]() |
![]() |
![]() |
1965 |
![]() |
![]() |
![]() |
1964 |
![]() |
![]() |
![]() |
1963 |
![]() |
![]() |
![]() |
1962 |
![]() |
![]() |
![]() |
1961 |
![]() |
![]() |
![]() |
1960 |
![]() |
![]() |
![]() |
1959 |
![]() |
![]() |
![]() |
1958 |
![]() |
![]() |
![]() |
1957 |
![]() |
![]() |
![]() |
1956 |
![]() |
![]() |
![]() |
1955 |
![]() |
![]() |
![]() |
1954 |
![]() |
![]() |
![]() |
1953 |
![]() |
![]() |
![]() |
1952 |
![]() |
![]() |
![]() |
1951 |
![]() |
![]() |
![]() |
1950 |
![]() |
![]() |
![]() |
1949 |
![]() |
![]() |
![]() |
1948 |
![]() |
![]() |
![]() |
1947 |
![]() |
![]() |
![]() |
1946 |
![]() |
![]() |
![]() |
1945 |
![]() |
![]() |
![]() |
1939 |
![]() |
![]() |
![]() |
1938 |
![]() |
![]() |
![]() |
1937 |
![]() |
![]() |
![]() |
1936 |
![]() |
![]() |
![]() |
1935 |
![]() |
![]() |
![]() |
1934 |
![]() |
![]() |
![]() |
U hoeft zich niet te schamen als u nog nooit van Robert Van Eenaeme heeft gehoord. Toch hoort hij samen met Rik Van Looy, Eddy Merckx, Mario Cipollini, Tom Boonen en Peter Sagan tot het select groepje renners dat driemaal Gent-Wevelgem won. Rik, Eddy, Mario, Tom en Peter deden dit als beroepsrenner, Van Eenaeme deed het tweemaal als onafhankelijke en eenmaal als beroepsrenner. Vooral zijn zege als beroepsrenner was ophefmakend. Bijna een week na Gent-Wevelgem werd er in een krant een foto gepubliceerd met als ondertitel ‘De fotograaf als koersrechter’. Uit die foto bleek dat niet Maurice Van Herzele maar Robert van Eenaeme nipt de zevende Gent-Wevelgem had gewonnen. Tien dagen na datum werd de gestileerde Wondelgemnaar door de BWB als uiteindelijke winnaar uitgeroepen. Bob overleed te Marche -en- Famenne op acht maart 1959, op nauwelijks 43- jarige leeftijd, aan de gevolgen van een verkeersongeval.
Op 3 september 1953 betwistte Rik Van Looy in Kortenaken zijn eerste profwedstrijd, het werd meteen een eerste overwinning. Toch moest Rik nog bijna drie jaar wachten vooraleer er een echte klassieker op zijn palmares stond. Net zoals veel andere grote kampioenen behaalde hij die in Gent-Wevelgem (1956). In 1962 regeerde Rik met keizerlijke allures. Met winst in de Ronde van Vlaanderen, Gent-Wevelgem en Parijs-Roubaix deed Van Looy iets wat niemand hem ooit had voorgedaan (en nog altijd heeft niemand het hem nagedaan). Met een stevige voorjaarsconditie was de Keizer bijna twee decennia lang een van de smaakmakers van Gent-Wevelgem. Een opsomming, 1951: tiende bij de nieuwelingen, 1952 en 1953 opgave als liefhebber, verder als beroepsrenner in 1954: opgave na technisch defect, 1955: negenentwintigste, 1956 en 1957: eerste, 1958: tweede, 1959: twaalfde, 1960: niet deelgenomen, 1961: éénenzestigste, 1962: eerste, 1963: achtste, 1964: derde, 1965: vijftiende, 1966: tweeëntwintigste, 1967; vierendertigste, 1968: achtste, 1969: tiende, 1970: opgave. Een indrukwekkend parcours.
Atletisch vermogen en intellect, het toeval had ze verenigd in één persoon: Eddy Merckx. Iedere wedstrijdorganisator wil de naam van de grootste renner aller tijden wel eens op de erelijst van zijn koers. Als je zoals in het geval van Gent-Wevelgem erin slaagt om daar driemaal in te lukken fleurt dit het palmares van de wedstrijd geweldig op. Als beroepsrenner zou de Kannibaal in twaalf deelnames maar liefst vijfmaal op het podium staan. De eerste keer was dat op nauwelijks 21-jarige leeftijd toen hij in een beklijvende sprint de maat nam van de Nederlander Jan Janssen. Drie jaar later reed hij op 3 km van de aankomst zijn laatste metgezellen uit het wiel en nog eens drie jaar later rekende hij na een sur-place af met melkboer Frans Verbeeck. Indrukwekkend dus, de resultaten liegen er niet om, 1964: vierde als liefhebber, verder als beroepsrenner, in 1966: negende, 1967: eerste, 1968: negende, 1969: niet deelgenomen, 1970: eerste, 1971: veertiende, 1972: derde, 1973: eerste, 1974: tweede, 1975: zesde, en tiende in 1976. Als beroepsrenner plaatste de Brusselaar zich negenmaal binnen de eerste tien. Niemand deed het hem ooit voor, tot op de dag van vandaag deed niemand het hem na.
Gent-Wevelgem, anno 1992, Mario Cipollini werd na declassering van Abdoujaparov tot winnaar uitgeroepen. Gent-Wevelgem, anno 1993, de droom van Super Mario, om in een regelmatige spurt opnieuw met de zegebloemen te zwaaien, ging in vervulling. Negen jaar later was de rapste sprinter van zijn generatie opnieuw aan het feest in de Vanackerestraat. Ditmaal niet in een massasprint maar in een duel met vier medevluchters. Op het verraderlijk plat tussen Kemmel en Wijtschate reed Cipo tegen een forse tegenwind in de langste spurt uit zijn carrière. Na een kilometerslange achtervolging slaagde hij in zijn eentje erin om aansluiting te krijgen met Fred Rodriguez, George Hincapie, Hendrik Van Dyck en Martin Hvastija. In de sprint had hij ruim de tijd om met beide armen in de lucht zijn zebrashirt te showen. Zes maanden later beleefde de excentrieke Toscaan de opperste gloriedag uit zijn carrière. Voorbeeldig gegangmaakt door de squadra-azzuri reed hij tijdens het wereldkampioenschap in Zolder precies 150 meter aan de leiding. Juist genoeg om wereldkampioen te worden. Winnaars van Gent-Wevelgem en wereldkampioenen, ze passen bij elkaar als twee trommelstokken.
Hoeven we hem nog voor te stellen,Tom Boonen is ongetwijfeld de populairste Belgische renner van zijn generatie. Alhoewel de Kempenaar in 2011 graag voor de vijfde keer de E3 had gewonnen werd hij omwille van het algemeen ploegbelang door zijn ploegleider Patrick Lefevere met zachte hand gedwongen om te starten in Gent-Wevelgem, een koers waar hij naar eigen zeggen niet van houdt. Toch kon hij er zich mentaal volledig voor opladen. Het zou hem geen windeieren leggen. In een spannende 73 ste editie van Gent-Wevelgem kreeg Boonen zijn maats mooi op een rijtje. Steegmans zette hem op zo’n driehonderd meter van de aankomst voorbeeldig af voor de sprint waarin hij topsprinters als Daniele Bennati, Tyler Ferrar en André Greipel het nakijken gaf. Een koers winnen waar je niet van houdt, het is alleen voor de grootste kampioenen weggelegd. Zeven jaar eerder stond Boonen al eens op het hoogste schavotje gestaan in de Vanackerstraat, toen waren zijn tegenspelers Magnus Backstedt en Jaan Kirsipuu.
Peter Sagan bemande reeds alle treden op het podium van Gent-Wevelgem.
In 2012 werd hij op jeugdige leeftijd tweede na Tom Boonen, die toen zijn derde Gent-Wevelgem won. Een jaar later zorgde Sagan voor spektakel door in een ijzige en ingekorte Gent-Wevelgem solo de streep te passeren met een wheelie. Het was het eerste hoogtepunt in zijn carrière en nog altijd zijn handelsmerk. In 2014 waren de Duitser John Degenkolb en de Fransman Arnaud Démare hem in de Vanackerestraat te snel af en werd hij derde.
Het absolute hoogtepunt in de jonge carrière van de Slovaak kwam er in 2015 toen hij in het Amerikaanse Richmond zijn ultieme vluchtpoging voltooide met alles wat in hem zat en bekroond werd met de wereldtitel. Deze billenknijpende wheelierijder moest daarna dag op dag zes maanden wachten op een nieuwe overwinning. Toevallig gebeurde dit opnieuw in Wevelgem. Vierenvijftig jaar na Rik Van Looy stond er in de Vanackerestraat eindelijk opnieuw een regerende wereldkampioen op het hoogste schavotje. In 2017 stond Sagan in Wevelgem voor de vijfde keer op het podium en opnieuw met de regenboogtrui om de lenden, maar toen waren Greg Van Avermaet en Jens Keukeleire hem voorafgegaan. Zes maanden later kroonde de Slovaak zich voor de derde keer op rij wereldkampioen na een spannende spurt met thuisrijder Alexander Kristoff. Twee keer in de regenboogtrui Gent-Wevelgem winnen en voor de zesde keer op het podium van Gent-Wevelgem staan, uitgerekend in de tachtigste editie van Gent-Wevelgem slaagde Sagan erin om dit onmogelijke verhaal tot een goed einde te brengen.